Welke Kabel Heb Je Nodig voor je Laadpaal? Een Gids voor Veilige en Efficiënte Voeding
|
|
Tijd om te lezen 6 min
|
|
Tijd om te lezen 6 min
Met de toenemende populariteit van elektrische voertuigen (EV's) wordt het hebben van een laadpaal thuis steeds belangrijker. Een eigen laadpaal biedt het gemak van opladen wanneer het jou uitkomt, zonder afhankelijk te zijn van openbare laadstations. Bovendien kan thuis opladen vaak goedkoper zijn, vooral wanneer je gebruikmaakt van daluren.
Het kiezen van de juiste voeding en kabel voor je laadpaal is cruciaal voor een veilige en efficiënte werking. De juiste kabel zorgt ervoor dat je laadpaal optimaal functioneert en beschermt zowel het laadstation als je voertuig tegen mogelijke schade door overbelasting of verkeerde installatie. Daarnaast draagt een geschikte kabel bij aan de duurzaamheid en levensduur van je laadpaal.
Een laadpaal, ook wel EVSE (Electric Vehicle Supply Equipment) genoemd, is een apparaat dat elektrische energie levert aan een elektrische auto. De laadpaal reguleert het laadproces, zorgt voor de juiste spannings- en stroomvoorziening, en biedt veiligheidsmechanismen om problemen zoals kortsluiting of oververhitting te voorkomen.
Thuislaadpalen : Deze zijn ontworpen voor installatie bij particuliere woningen en bieden meestal een laadvermogen tussen 3,7 kW en 22 kW. Ze zijn ideaal voor dagelijks gebruik en zorgen ervoor dat je auto 's nachts volledig opgeladen is. KwH is waar het vermogen uitgedrukt in wordt.
Openbare laadpalen : Te vinden op parkeerplaatsen, winkelcentra en langs wegen, bieden deze palen variërende laadsnelheden, vaak tussen 11 kW en 22 kW, afhankelijk van de locatie en het type aansluiting.
Snelladers : Deze zijn speciaal ontworpen voor snel opladen, vaak langs snelwegen. Ze bieden hoge vermogens, vaak 50 kW of meer, waardoor een voertuig binnen 30 minuten tot 80% opgeladen kan zijn. Snelladers gebruiken meestal DC-stroom in plaats van AC-stroom.
De juiste kabel is essentieel voor de veiligheid van het laadproces. Onjuiste kabels kunnen oververhit raken, wat brandgevaar kan opleveren. Bovendien moeten de kabels voldoen aan specifieke normen en voorschriften om ervoor te zorgen dat ze veilig en betrouwbaar zijn.
Een juiste kabelkeuze draagt bij aan een efficiënte laadervaring. Kabels met onvoldoende capaciteit kunnen leiden tot vermogensverlies, waardoor de laadtijd toeneemt. Een kabel die correct is gedimensioneerd voor de stroomsterkte van je laadpaal zorgt voor een optimale energietransfer.
Een juiste kabel voorkomt overbelasting en slijtage, wat bijdraagt aan een langere levensduur van zowel de laadpaal als je elektrische voertuig. Regelmatig gebruik van verkeerde kabels kan schade veroorzaken aan de interne componenten van je laadpaal en voertuig.
AC-kabels : Deze worden meestal gebruikt voor thuislaadpalen en openbare laadpunten. Ze voeren wisselstroom (AC) naar het voertuig, waar een interne lader de AC omzet naar gelijkstroom (DC) om de batterij op te laden.
DC-kabels : Gebruikt in snelladers, deze kabels leveren direct gelijkstroom (DC) aan de batterij van het voertuig. Dit zorgt voor snellere laadtijden omdat de conversie van AC naar DC buiten het voertuig plaatsvindt.
Eenfasige kabels : Deze zijn geschikt voor thuislaadpalen met lagere vermogens (tot ongeveer 7,4 kW). Ze hebben drie geleiders: fase, nul en aarde.
Driefasige kabels : Deze worden gebruikt voor krachtigere laadstations (tot 22 kW en hoger) en hebben vijf geleiders: drie fasen, nul en aarde. Ze zijn efficiënter voor het laden van voertuigen met grotere batterijen.
Koperkabels : Koper is een uitstekende geleider en wordt vaak gebruikt vanwege zijn hoge geleidbaarheid en flexibiliteit. Deze type kabel is duurder maar beidt een betere prestaties en een langere levensduur.
Aluminiumkabels : Aluminium is lichter en goedkoper dan koper, maar heeft een lagere geleidbaarheid. Dit betekent dat aluminiumkabels dikker moeten zijn om dezelfde hoeveelheid stroom te kunnen dragen als koperen kabels. Ze worden minder vaak gebruikt voor laadpalen vanwege de hogere onderhoudsbehoefte en kortere levensduur.
Een YMvK kabel is een veelgebruikte elektriciteitskabel in Nederland, vooral bekend om zijn veelzijdigheid en robuustheid. De afkorting YMvK staat voor "Y" (kunststof isolatie), "Mv" (PVC-buitenmantel), en "K" (kopergeleiders). Deze kabels zijn ontworpen voor zowel binnen- als buiteninstallaties en zijn geschikt voor vaste aanleg in huizen, gebouwen en industriële omgevingen. Deze kabels zijn goed voor de ondergrondse toepassingen waarbij er een stevige kabel nodig is.
YMvK kabels worden vaak gekozen voor de voeding van laadpalen vanwege hun betrouwbaarheid en veiligheid. Hier zijn enkele redenen waarom ze geschikt zijn:
Duurzaamheid : De PVC-buitenmantel beschermt tegen mechanische schade en invloeden van buitenaf, zoals vocht en chemicaliën.
Veiligheid : De kabels zijn goed geïsoleerd en aards, wat de kans op elektrische schokken of kortsluitingen vermindert.
Flexibiliteit : YMvK kabels kunnen zowel binnen als buiten worden gebruikt, wat ze ideaal maakt voor het aansluiten van laadpalen die buiten staan.
Bij het installeren van een YMvK kabel (dit is een 3 fase kabel) voor je laadpaal zijn er enkele belangrijke overwegingen:
Kabeldiameter : Kies een kabeldiameter die past bij de stroomsterkte van je laadpaal. Voor een 16A laadpaal is een 2,5 mm² kabel vaak voldoende, terwijl een 32A laadpaal een 6 mm² kabel kan vereisen.
Bescherming : Voor buiteninstallaties moet de kabel extra beschermd worden, bijvoorbeeld door deze in een beschermbuis of ondergronds te plaatsen.
Aarding : Zorg ervoor dat de kabel correct is geaard om de veiligheid te garanderen.
Stel, je installeert een thuislaadpaal met een vermogen van 7,4 kW (32A, eenfasig). Een geschikte YMvK grondkabel voor deze installatie zou een YMvK-as 3x6 mm² zijn. Deze kabel kan de vereiste stroomsterkte veilig aan en is geschikt voor buiteninstallatie, mits correct beschermd.
In Nederland moeten de installatie van laadpalen en de keuze van kabels voldoen aan de NEN1010 norm. Deze norm specificeert de eisen voor laagspanningsinstallaties en zorgt voor de veiligheid van elektrische installaties in woningen en andere gebouwen. Belangrijke aspecten van NEN1010 zijn onder andere de juiste dimensionering van kabels, aardingsvereisten, en de bescherming tegen overbelasting en kortsluiting. Het gaat vaak om kabels die een hogere stroomsterkte aan kunnen voor elektrische auto's.
Bij het kiezen van een kabel voor je laadpaal moet je rekening houden met de stroomcapaciteit die je laadpaal nodig heeft. De meest voorkomende capaciteiten zijn:
16A : Voor laadpalen met een vermogen tot 3,7 kW (eenfasig).
32A : Voor laadpalen met een vermogen tot 7,4 kW (eenfasig) of 22 kW (driefasig). Het is belangrijk om een kabel te kiezen die geschikt is voor de stroomsterkte van je laadpaal om oververhitting en mogelijke schade te voorkomen.
Voor binneninstallaties kunnen standaard geïsoleerde kabels voldoende zijn, zolang ze voldoen aan de vereiste stroomcapaciteit en veiligheidseisen. Voor buiteninstallaties zijn er echter extra overwegingen:
Weerbestendige kabels : Deze zijn ontworpen om bestand te zijn tegen vocht, UV-straling en extreme temperaturen.
Beschermde kabels : Kabels die zijn beschermd tegen fysieke schade, bijvoorbeeld door te worden begraven of door gebruik van beschermbuizen.
Het installeren van een laadpaal en de bijbehorende kabels moet altijd worden uitgevoerd door een gekwalificeerde professional. Dit zorgt ervoor dat de installatie voldoet aan alle veiligheidsnormen en voorschriften, en vermindert het risico op elektrische storingen, schade aan je voertuig, of zelfs brand. Zorg er voor dat je de kabels goed gebruikt om problemen met de installatie laadstation te voorkomen.
Voorbereiding : Controleer de elektrische capaciteit van je woning en bepaal de beste locatie voor de laadpaal.
Kabelkeuze : Kies de juiste kabel op basis van de stroomcapaciteit en of de installatie binnen of buiten is. Een extra goed beschermde kabel kan geen kwaad.
Leggen van de kabel : Graaf indien nodig een sleuf voor buitenkabels, of gebruik beschermbuizen voor binneninstallaties.
Aansluiting : Sluit de kabel aan op de hoofdverdeler in je meterkast en zorg voor correcte aarding.
Testen : Voer tests uit om te controleren of de installatie correct werkt en veilig is.
Onvoldoende dimensionering van de kabel : Gebruik altijd een kabel die geschikt is voor de maximale stroomcapaciteit van je laadpaal.
Slechte aarding : Zorg voor een goede aarding om elektrische schokken te voorkomen.
Foutieve aansluiting : Laat de installatie altijd controleren door een gecertificeerde elektricien om fouten te vermijden.
Het is belangrijk om de kabels van je laadpaal regelmatig te controleren op slijtage of schade. Zorg ervoor dat de aansluitingen stevig zijn en dat er geen corrosie of oververhitting optreedt. Zolang je de kabel goed gebruikt moet de kabel lang genoeg meegaan.
Bij slijtage of schade aan de kabels moet je onmiddellijk stoppen met het gebruik van de laadpaal en een professional inschakelen om de kabel te vervangen. Het gebruik van beschadigde kabels kan leiden tot ernstige veiligheidsrisico's. Dit geldt ook als je een datakabel nodig hebt.